Kassen

Met de introductie van kassen veranderde zowel het landschap als de arbeidsomstandig­heden. Arie Hogenboom was in 1927 de eerste Kwakelaar die kassen liet bouwen. Zijn voorbeeld werd al snel door anderen gevolgd. De plaatselijke timmerman had het er druk mee. Per bedrijf spijkerde hij zo'n 1.500 tot 3.000 vierkante meter kas, de zogenaamde warenhuizen, in elkaar. Groter waren de bedrijven in die tijd nog niet. 'Maar we vonden er met een man of wat werk in', aldus Arie Hogenboom. 'In zo'n kas werkte je zelf, je vrouw, een knecht of soms zelfs twee en verder probeerde je er nog wat jongenswerk bij te nemen.'

Met deze kassen slaagden de tuinders er in de wintermaanden produktief te maken en over te schakelen op een andere teelt. Aanvankelijk hadden de kassen geen verwarming. Toen werden ze gebruikt voor onder andere het 'trekken' van tulpen- en narcissenbollen. Rond 1927 werden in De Kwakel de eerste bloemen geteeld, chrysanten. De teelt van deze bloem nam in De Kwakel een grote vlucht. Van alle rond 1950 in de Aalsmeerse veiling aangevoerde chrysanten, was 80 procent uit De Kwakel afkomstig.

De huisvesting was in die tijd slecht. Veel mensen woonden in onbewoonbaar verklaarde woningen, huizen met alleen een voorkamer, een keukentje en een open zolder waar het hele gezin sliep. Slechts een gordijn scheidde de meisjes en de jongens 'afdeling'. Ook bedsteden werden nog veel gebruikt en alleen de nieuwere huizen hadden een echt watercloset.

Naar aanleiding van allerlei rapporten en studies, verandert na de Tweede Wereldoorlog de teelt van de Kwakelse kwekers. Voornaamste bezwaar van de bestaande situatie was de eenzijdigheid van de teelt in het dorp. In 1950 telde De Kwakel nog 28 'zuivere' groente­be­drijven, 42 gemengde bedrijven voor groente en bloemen en 12 'zuivere' bloemen­be­drijven. Enige jaren later al, blijkt dat de groenteteelt praktisch is verdwenen.

Arie Hogenboom begon in 1952 aan de Drechtdijk met de eerste anjerteelt. De bloem hield het twintig jaar vol, maar uiteindelijk werd de teelt gestopt omdat er teveel ziekten voorkwamen. De roos deed in De Kwakel de intrede in 1960. Eerst nog als kleinbloemige (Garnette en Carol), later ook als grootbloemige. Omdat de teelt van deze bloem veel minder arbeid vraagt, blijkt het een uitstekende vervanger voor de anjer. De roos wint nog altijd aan populariteit.