Uithoorn - De Uithoornsche polder |
Nagenoeg
ongerept bewaarde het veenweide gebied van de Uithoomse Polder zijn aanzien en
karakter. Wat sedert de
middeleeuwen veranderde, was de ligging ten opzichte van rivieren. Lag het vier eeuwen geleden nog ongeveer op gelijke hoogte,
nu is het verschil aanzienlijk. Daarom
is er absoluut geen sprake meer van rechtstreekse uitwatering.
Weteringen en watermolens werden reeds in de zeventiende eeuw kenmerkend
voor deze polder.
Alle
boeren waren intussen overgegaan op veeteelt.
Het grondwater stond zo hoog, dat akkerbouw onmogelijk was geworden.
Zo was de pachter van de Proosten Bruikweer veehouder.
In 1654 bracht landmeter A. van Vlanen dit bedrijf, gelegen op het
uiteinde van de polder in de hoek tussen Zijdelmeer en Amstel, in kaart.
Op luchtfoto's uit deze eeuw blijkt dat er sindsdien niets veranderd was.
Enkele jaren terug is de bouw van Meerwijk begonnen en verdween het
oorspronkelijke landschap uit het zicht.
De
boerderij 'Leeuwarden', aan de Boterdijk dicht bij De Kwakel, werd eind
zeventiende eeuw al genoemd als veeteeltbedrijf. Nu nog staat deze kapitale boerderij er, onder dezelfde naam.
De
melkproducten en de koeien gingen naar Uithoorn via de sluizen bij de Schans en
bij Vrouwenakker. De schuiten
werden onder andere gemaakt op werven in De Kwakel.
Deze scheepswerfjes bouwden ook de bekende turfpontschepen, waarnaar
juist in de achttiende eeuw erg veel vraag was.