Uithoorn - Na 1900 |
Hoe
boeiend oude foto's ook zijn, zij laten slechts dingen zien en helaas niets
horen. Voorgoed verleden tijd is
het geratel der wielen van boerensjezen die stopten bij hotel Verhoek in de
Schans. Nooit meer zal het rumoer
van de wekelijksé markt te beluisteren zijn.
De scheepstoeter van 'De Volharding', de fluit van de stoomlocomotieven
die Uithoorn verbonden met Nieuwersluis en Alphen en met Aalsmeer en Amsterdam,
het zijn historische geluiden geworden.
De
landelijke stilte, die pal achter de huizen aan de rivier volop heerste, en de
fabrieksherrie moet erbij gedacht worden. Het
lawaai van de melkbussen van de Condensed Milk Company die elke dag, ook op
zondag ' uitgeladen werden pal bij de Thamerkerk zodat de heren kerkvoogden bij
het gemeentebestuur protesteerden tegen deze overlast.
Vanaf 1955 was het typische kermiskabaal niet meer te horen.
Tot dat jaar werd deze in de eerste volle week van augustus gehouden.
Het
zijn prachtige beelden van Uithoorn. Zo
was het dorp voor 1940. En het is
allemaal onmiddellijk herkenbaar, al is er veel onherroepelijk verdwenen.
Op de eerste plaats, het mooiste stukje Uithoorn: de oude houten brug met
dubbele klap en de Kil daar vlakbij. De
brug verloor zijn functie toen voor de provinciale weg een gloednieuwe brug werd
gebouwd. Slechts de bruggehoofden bleven bewaard en de toegangsweg
langs het Rechthuis. Met deze brug,
zo lijkt het, is het contact van Amstelhoek en Mennonietenbuurt met Uithoorn
niet gemakkelijker geworden, terwijl het regionaal verkeer sneller dan ooit door
Uithoorn rijdt.
De
Kil, een natuurlijk binnenhaventje, werd gedempt waardoor de tuinen van de
huizen in de Schans en de huizen in de Amstelstraat niet meer aan het water
grensden. Diezelfde provinciale weg
maakte een einde aan de eenheid van het dorp.
De Schans, vanouds de doorgaande route, die met twee haakse bochten en
zonder voldoende breedte steeds ongeschikter was geworden als rijweg voor het
snelverkeer, werd achterafstraat. En:
1937 was 1905 niet meer, toen de maximumsnelheid op 5 km per uur werd gesteld en
evenmin 1919, toen de veldwachter een chronometer kreeg om de controle op de
snelheid beter te kunnen uitoefenen.
Wat
niemand in 1914 had kunnen voorspellen, gebeurde bij de aanleg van de
provinciale weg. Het raadhuis annex
postkantoor, waarop iedereen bij de opening zo trots was geweest, moest tegen de
vlakte. Gelukkig kwam er een fraai
nieuw raadhuis aan het Marktplein, nu precies vijftig jaar geleden.
Op
de hoek van Schans en Dorpsstraat stond de graanmolen van Van Tol en aan de
Amstel, watermolen 'Het Zandpad', genoemd naar het zandpad dat vandaar liep naar
Vrouwenakker. De reden voor het
ontbreken van huizen aan deze zijde van de rivier moet gezocht worden in het
feit dat al het land tot aan de Amstel in bezit van de proost was geweest.
Aan de overzijde daarentegen stonden al vier eeuwen geleden huizen en
boerderijen in de 'Buurt'. (linker luchtfoto).
Het
sluisje naar het Zijdelmeer werd, toen na de oorlog al het water achter de kerk
werd gedempt, afgebroken. Ook de
klapbrug werd gesloopt. Wie nu daar
gaat rondlopen zal weinig meer herkennen van de oude toestand (rechter
luchtfoto).
Gaande
langs de Amstel komt men in het oude Thamen-aan-de-Amstel.
Ooit het fraaiste deel van Uithoorn, begin negentiende eeuw, na 1900
steeds meer fabriekswijk geworden. De
spoorlijn kreeg al spoedig een dwarslijntje naar de melkfabriek.
De werknemers van NS en melkfabriek woonden met name in de Van
Meetelenstraat, genoemd naar de burgemeester uit die tijd.
Later,
in de oorlogstijd, kreeg de Tebu (in 1921 door Van Seumeren gestart op de
restanten van de oude Koninklijke Chemische Fabriek) zijn spoorlijn naar het
station. Na de oorlog groeide de
Tebu uit tot het bedrijf dat vandaag de dag het beeld van Uithoorn in die hoek
bepaalt, de Cindu. Maar niet alleen
Cindu of AMC met daar tussenin de NWM zijn bepalend. In feite is in de oude Thamerbinnenpolder, grenzend 'aan deze
'fabriekswijk', een groot aantal bedrijven en industrieën gevestigd.
Nog sterker dan vóór 1940 is het oude Uithoorn het woondorp geworden.
Deze
woonfunctie van het dorpsdeel ten westen van de spoorlijn is nog versterkt na
1945 door de bouw van de nieuwe woonwijken.
Het resultaat is wel, dat de oude Thamerkerk en de daarnaast gebouwde
hervormde school volkomen excentrisch zijn komen te liggen.
Het bovenland, vlakbij de Amstel, was evenzeer als het lagergelegen polderland in gebruik als wei- en hooiland. De aanleg van het Oranjepark en de bouw van de huizen aan de Thamerlaan dateren uit de late jaren dertig.